Franc Müller

Homeopaat en gesprekstherapeut

Geneesmiddelbereiding

Verdunnen en potentiëren

Dit onderwerp is een volgend element van de homeopathie waarop van buitenaf veel kritiek is, maar waar Hahnemann iets mee gedaan heeft dat zijns gelijke in de wereld niet kent.
De homeopathie werkt met zogenaamde “gepotentieerde” geneesmiddelen.
Doordat Hahnemann ontdekte dat het simpelweg verdunnen niet toereikend was om de kwalijke bijwerking van veel natuurlijke geneesmiddelstoffen tegen te gaan is hij gaan experimenteren. We hebben geen idee hoe hij er nu op gekomen is, maar doordat hij de middelen oploste in water en alcohol en vervolgens die krachtig ging schudden, ontdekte hij dat de geneeskracht van de stoffen werd vrijgemaakt. Ze werden krachtiger in plaast van zwakker. Daarnaast openbaarde er zich zelfs geneeskrachten die bij inname van de pure stof niet zichtbaar waren (dat werd pas zichtbaar door de geneesmiddelproeven- zie onder). 
De eventuele schadelijkheid van de oorspronkelijke stof verdween hierdoor. Proefondervindelijk is vastgesteld dat de werking van die geneesmiddelen sterker is naarmate de potentie hoger is (dat wil zeggen dat het sterker verdund is en vaker geschud). 
De verdunning van de geneesmiddelen die in de klassieke homeopathie wordt gebruikt, is zo hoog dat er zich in de middelen geen molecuul meer van de oorspronkelijke stof bevindt.
Hoe kan dat dan nog genezen? Dat is ook de vraag van veel wetenschappers. Die beweren dat wanneer er geen stof meer aanwezig is in het middel er dan ook niets kan werken. Op zich een juiste bewering vanuit materieel standpunt gezien, maar waar het om gaat, is wat er gebeurd is met de oorspronkelijke stof tijdens het verdunningsproces. De energie die aan de oorspronkelijke stof ten grondslag lag, wordt vrijgemaakt. Dat is waarmee genezen wordt.

Bezwaren vanuit de wetenschap

De bezwaren tegen homeopathie vanuit natuurwetenschappelijk oogpunt worden verwoord vanuit het idee dat slechts meetbare of weegbare stoffen kunnen werken, energieën niet. Magnetische velden werken al eeuwenlang, ook voordat er apparatuur gemaakt werd om deze te kunnen meten. Zien kunnen we ze nog steeds niet. Het feit dat de huidige natuurwetenschap niet in staat is om de juiste methode en middelen te vinden om de werking van homeopathische geneesmiddelen aan te tonen, wil niet zeggen dat het niet werkt. Dubbelblind onderzoek laat zien dat homeopathische geneesmiddelen wel degelijk werken. Eigenlijk is die onderzoeksmethode echter volkomen ongeschikt voor onderzoek naar de werking van homeopathische geneesmiddelen. De reden hiervoor is dat homeopathie werkt met individuele symptomen van individuele mensen. Geen twee mensen met dezelfde ziekte zijn aan elkaar gelijk. Wanneer een groep mensen dezelfde soort ziekte heeft, zullen de symptomen per individu toch verschillen. Er zullen zeker mensen zijn die goed reageren op hetzelfde middel. Toch zullen er verschillende homeopathische middelen nodig zijn om iedereen te kunnen helpen. 

Recente onderzoekingen met water geven echter wel inzicht in wat er waarschijnlijk gebeurt bij het maken van gepotentieerde geneesmiddelen. Men heeft ontdekt dat water een lading opdoet van de stoffen die er in opgelost worden. Zelfs lang nadat de stoffen uit het water verdwenen zijn, zijn er nog energetisch sporen van die stoffen in het water te vinden. Schudprocessen versterken die eigenschap. Wilt u meer van dit onderwerp weten dan kunt een elektronische versie van het artikel zoals dat in het tijdschrift Ode (www.Ode.nl)is verschenen op halen in PDF formaat (zie ook de download pagina). 
Daarnast heeft men in onderzoek aangetoond dat er in een c200 (200 maal 1 op 100 verdund en geschud) nog nanodeeltejs van de oorspronkelijke stof zitten....
 

Hoe werkt het (de geneesmiddelproef)

Homeopathie is dus een geneeskunst die gebruikt maakt van sterk verdunde stoffen om mensen mee te genezen. Deze stoffen zijn uitgetest door menselijke vrijwilligers. Bij die testen blijkt dat als een mens te veel van die stof inneemt hij bepaalde, bij dat geneesmiddel horende, symptomen gaat vertonen die vaak in meer of mindere mate overeenkomen met de vergiftiging door de pure stof, maar soms ook totaal andere symptomen geven. Hoe meer deelnemers er zijn aan dat soort proeven, hoe beter beeld we van het geneesmiddel krijgen. Hoe meer proefpersonen een bepaald symptoom krijgen van de proef, hoe sterker dat symptoom bij dat geneesmiddel hoort.
Bijvoorbeeld het homeopathisch geneesmiddel Bromium veroorzaakte bij de geneesmiddelproef bij veel proefpersonen het symptoom: een drukkende hoofpijn die erger wordt in de zon en verbetert door in de schaduw te gaan zitten.
Als er nu een ziek mens is die dit symptoom van Bromium vertoont naast nog andere symptomen van dit geneesmiddel blijkt het dat er genezing optreed door juist dit geneesmiddel in te nemen. De voorwaarde is dan wel dat dat gebeurt in een verdunning.

Het verdunnen

Die verdunning is zo hoog dat er moleculair gezien niets meer aanwezig is van de oorspronkelijke stof. Een voorbeeld: De stof zwavel (Sulphur) is in zijn pure vorm giftig voor de mens. Als zodanig is hij dan ook niet als geneesmiddel bruikbaar. Door deze stof in een verhouding van 1 op 100 te verdunnen en met melksuiker te verwrijven, krijgt men een verdunning. Die verdunning noemt men C1. De C staat voor centimaal = de 1 op 100 verdunning. Men kan bijvoorbeeld ook 1 op 10 verdunnen. Dan krijgt men D1, D van decimaal.
Neemt men dan zo'n C1 verdunning en verdunt dat nogmaals 1 op 100 dan krijgen we een C2, enz. Vanaf een C4 wordt er niet meer met melksuiker, maar met water verdund.

In de Klassieke homeopathie maken we veelal gebruik van verdunningen van C30, C200 en C1000 en soms nog hoger. In die verdunningen is, door het hele proces, geen molecuul meer aanwezig van de oorspronkelijke stof.

Werking

Om bij het voorbeeld van de zwavel te blijven: als iemand met pure zwavel in aanraking komt, kan dat ernstige jeuk en irritatie op de huid geven die verergert door de aanraking met water. In de geneesmiddelproeven blijkt dat symptoom terug te komen in de vorm van jeuk, roodheid en een branderig gevoel van de huid na het douchen of baden in warm water. Patiënten die last hebben van dit symptoom zonder dat ze met zwavel in aanraking gekomen zijn en zonder dat ze een homeopathische verdunning hebben ingenomen, blijken te kunnen genezen door het innemen van een zwavelpotentie. Kunnen! Want het is niet gezegd dat zwavel het juiste middel is. Er zijn nog veel meer middelen die dit symptoom kunnen veroorzaken en daarmee ook in staat zijn het te genezen. De grote kunst van de homeopaat is om alle klachten en kwalen (zowel lichamelijk, gevoelsmatig als geestelijk) zo helder mogelijk in kaart te brengen. En om deze daarna, door zoeken in het repertorium, te vergelijken. Op deze wijze kan uitgezocht worden welk middel zo veel mogelijk en zo exact mogelijk die klachten kan produceren en daardoor ook genezen.