Franc Müller

Homeopaat en gesprekstherapeut

Gelijksoortigheid

De gelijksoortigheid is misschien wel het meest kenmerkende element van de homeopathie en daarmee ook gelijk het meest bekritiseerde. 
Het komt er kort gezegd op neer dat we proberen iets te genezen door middel van een geneesmiddel dat bij een gezond mens diezelfde klachten kunnen veroorzaken indien hij dat geneesmiddel te veel of te vaak zou innemen (dat is gelijk de basis van de geneesmiddelproef - zie aldaar). Dat klinkt misschien mysterieus, maar ik zal proberen het uit te leggen aan de hand van hoe Hahnemann op het idee van de homeopathische geneesmiddelen kwam......

Hahnemann las op gegeven moment een verslag van iemand die malaria genas met de bast van een Zuid-Amerikaanse boom: de kinaboom. Ergens anders las hij hoe iemand die bast had gegeten zonder malaria te hebben en...... malaria verschijnselen kreeg van het eten van die bast. Dat bracht hem op het idee (dat hij ook al eens gelezen had bij Hypocrates) dat iets dat bepaalde klachten kan veroorzaken, het bij iemand die die klachten al heeft, kan genezen. Of zoals hij het formuleerde: similubus similia curentur (het gelijke met het gelijkende genezen).

De volgend stap

Echter Hahnemann ontdekte ook, zoals vele geneesheren voor en na hem, dat bepaalde stoffen een zo sterke reactie in mensen opriepen, dat het middel erger was dan de kwaal. Als men te veel kinabast inneemt wordt het toch al, door de malaria-achtige verschijnselen verzwakte organisme, zo erg geprikkeld dat de patiënt mogelijk overlijdt. Dus ging hij verdunnen. Maar als je te ver verdunt werkt het middel niet meer........ en zo kwam hij op de bijzondere manier van het geneesmiddel bereiden - zie aldaar.